Programma: In de geest van Beethoven

Kalle de Bie | Beethoven

Ludwig van Beethoven werd 250 jaar geleden geboren en wordt beschouwd als een van de meest geniale en invloedrijke componisten aller tijden. In dit programma speelt het trio twee zeer uiteenlopende werken van Beethoven: Piano Trio opus 70 no. 1 ‘Geister’ en Piano Trio opus 121a ‘Kakadu’. Daarnaast speelt het trio twee pianotrio’s geschreven door componisten die onder grote invloed stonden van deze gigant.
Allereerst het Piano Trio opus 8, geschreven door de toen zestienjarige Dmitri Shostakovich. En tot slot het Piano Trio opus 101 van de romantische componist Johannes Brahms.
We beginnen het concert met het Piano Trio opus 8, geschreven door de toen zestienjarige Dmitri Shostakovich. Shostakovich was heel erg onder de indruk van het ongelooflijk heroïsche karakter van Beethovens muziek en van de opbouw van zijn symfonieën en strijkkwartetten. 

Dmitri Shostakovich: Piano Trio opus 8 
Tatyana Glivenko was de naam van het meisje waar de jonge Shostakovich verliefd op was toen hij dit mooie pianotrio schreef. Het trio (dat oorspronkelijk de titel Poème kreeg) schreef Shostakovich in 1923 toen hij in een sanatorium op de Krim verbleef om te herstellen van een operatie als gevolg van tuberculose. Het was in het sanatorium dat hij Tatyana ontmoette. 
Het kleurrijke trio is geschreven in één deel en ontwikkelt twee contrasterende thema’s die telkens weer gevarieerd terugkomen. De thema’s klinken dromerig, zangerig, geagiteerd en dramatisch. Het werk werd opgedragen aan Tatyana.

Ludwig van Beethoven:  Piano Trio opus 70 no. 1 ‘Geister’
Tomorrow, and tomorrow, and tomorrow, 
Creeps in this petty pace from day to day 
To the last syllable of recorded time, 
And all our yesterdays have lighted fools
The way to dusty death. Out, out, brief candle!
Life’s but a walking shadow, a poor player
That struts and frets his hour upon the stage
And then is heard no more. It is a tale
Told by an idiot, full of sound and fury,
Signifying nothing.

Morgen, en morgen, en weer morgen,
Kruipt met meelijwekkende stap van dag tot dag
Tot de laatste letter van onze tijd,
En al onze eerdagen is door dwazen geleid
De weg naar het stof. Uit, uit kortstondige kaars!
Ons leven is een dolende schaduw, een dwaas
Die pronkt en tiert op het toneel, en na
Het vertoon in het niets verdwijnt. ’t Is een verhaal
Verteld door een idioot, vol geluid en geraas, 
Dat niets beduidt.

Uit: Macbeth

Het tweede deel van dit pianotrio verkreeg al snel de bijnaam ‘het spook’. Tussen twee vrolijke uitbarstingen van zorgeloosheid omringt ons in het middendeel een ongrijpbare duisternis. Het lijkt er op dat Beethoven in de tijd van het ontstaan van dit trio met ideeën rondliep voor een ‘Macbeth’ opera en dat de schetsen hiervan zich ontwikkeld hebben tot dit tweede deel.

Ludwig van Beethoven: Piano Trio opus 121a ‘Kakadu’ 
De beginselen van de Kakadu variaties zijn net zo mysterieus als de duistere, uitgesponnen lijnen waarmee het stuk begint. Vrijwel zeker is dat het geen laat werk is, zoals het hoge opusnummer 121 wel aanduidt. In een schetsboek uit 1815 vinden we boven de variaties de tekst: ‘variaties uit mijn jeugd’. Dat hij er door de jaren heen veel aan is blijven schaven lijkt wel aannemelijk. Maar daar houdt de stroom informatie snel op. Ook de meningen over de kwaliteit van het stuk lopen ver uiteen. Het wordt gewaardeerd door zowel musici en publiek; de musicologen zijn echter minder enthousiast. Het stuk zou te weinig muzikale cohesie bevatten en kwalitatief te onstabiel zijn.
De melodie is genomen uit een opera buffa van Wenzel Müller met de tekst ‘Ich bin der Schneider Kakadu’. In deze poëtische klucht komt de kleermaker Kakadu (daadwerkelijk vernoemd naar de klunzige vogel de Kaketoe) aan in Parijs. Zijn naïeve en goedbedoelde houding brengen hem al snel in de problemen bij de overheid. Deze Kaketoe lijkt niet te vertrouwen! Hij wordt direct gevangen gezet door een stelletje opgeblazen politiemannen; dagelijkse stokslagen, ijzeren kettingen aan de hals, het noodlot kan niet op. Maar Kakadu trotseert het met geduld en op een dag vliegt hij op wonderbaarlijke wijze terug naar zijn geliefde Duitse vaderland.
Dit verhaal lijkt niet te voldoen aan de intellectuele aspiraties van het grote genie Beethoven… De Kakadu-variaties blijven daarom in mist gehuld. Het is hoe dan ook een onconventioneel stuk vol drama en spanning!

Johannes Brahms: Piano Trio opus 101
Het programma wordt afgesloten met het Piano Trio opus 101 van de romantische componist Johannes Brahms. Brahms werd door velen gezien als de natuurlijke opvolger van Beethoven, omdat ook hij de lijn van componeren volgde van de Weense componisten Haydn en Mozart. Brahms voelde een enorme druk om deze reputatie waar te maken en het duurde wel twintig jaar voordat hij zijn eerste symfonie voltooide.
Uit het dagboek van Clara Schumann na het horen van Brahms’ Derde Trio: ‘Geen ander werk van Johannes heeft mij compleet laten opgaan in een andere wereld; het prachtige poëtische tweede deel heeft zo een zoete en zachte beweging. Ik ben sinds lang niet zo gelukkig geweest’. 

Brahms is de componist van kleine bouwstenen. Kleine motieven die gedurende het hele stuk van kernachtig belang zijn voor de ontwikkeling van de muziek. Dit is niet alleen heel bewonderenswaardig maar het is wat de muziek van Brahms zo kenmerkt als we er naar luisteren. De muziek doet aan als een groots en statisch monument, vol vlammende energie en drama.